Bladeren door bundels of categorieën

Aarde, deze
Adem
Als de mensen op aarde
Als door hun tranen heen
Als een arm om je heen
Als het water stroomt
Als je zusje kiespijn heeft
Als werken zo belangrijk wordt
Blijven pleiten voor het leven
Danklied van Tobith
Dat ik aarde zou bewonen
De dagen zijn ontkomen
De mensen van voorbij
De reis gaat beginnen
De slangen zijn er nog
De wereld om me heen
De wet die ik niet schrijven wil
Deuren gesloten
Die man heeft twee gezichten
Dit huis van steen en woord
Dit is de nacht van afscheid en verraad
Dit is de wereld
Dit kan zo niet
Door harde stilte
Dorpen met wegen
Dromen op een schommel
Een deur die draait en knarst
Een oud verhaal, bijna vergeten
Een oud verhaal, voor wie het maar wil horen
Een tuin met een hek erom
Een zegen voor jou
Er schreeuwt een mens: onrecht
Er zit een wurm in onze juttepeer
Geloven dat het waar is
Gezegend je vingers
Gij die ons niet geknecht heeft
Gij die voor de dag komt
Gij gaat ons tegemoet
God heeft ons een verhaal gegeven
God, denk aan uw schepping
God, waar ben je?
God, wil ons wijsheid leren
Heb je ’t al gehoord?
Het brood wordt gebroken
Het lijkt nu de somberste tijd van het jaar
Huilen, huilen
Huilend liep ik naar zijn graf
Ik ben kwaad
Ik heb geen woorden meer
Ik kan niet vinden waar Gij zijt
Ik wantrouw het woord
Ik wil ook wel eens een held zijn
Ik zie de hemel opengaan
Ik zoek een land
In de stad kun je altijd iets beleven
In oude woorden veel verhaald (canon)
Je kijkt om je heen
Jezus is nog maar alleen
Jezus, wie ben je
Jij die voor alle namen wijkt
Jij mens van liefde
Jozef snapte het nog niet
Kerstfeest, een kind voor ons geboren
Kijk, daar drijft een kind
Kom uit je boom, Zacheüs!
Kom uit je dood
Laat daar buiten de wind maar waaien
Laat het recht stromen als water
Leeg ben ik van waan en schijn
Lied van de Richteren
Lied van de vrouw die Jezus’ voeten waste
Lied voor Kaïn
Lieve Lena
Loze kreten die alles beloofden
Luister naar mijn dromen
Mensen op weg
Mensen wordt wakker voordat het te laat is
Mensen zien uit naar een teken van leven
Mensen, grote mensen (canon)
Met kwetsbare ogen
Met ons vijven staan we sterk
Mijn God, ik weet niet: was het juist
Nu eens heb ik je in mijn hoofd
Om te zien een nieuwe aarde
Ondanks de eerste stap
Op de berg vertelde Jezus
Rond, rond, het leven gaat rond
Scheur toch, o God, alle hemelen open
Soms breekt uw licht
Soms ontbreekt ieder spoor
Tegen de wind in zingen
Tijd van vloek en tijd van zegen
Uit honderd huizen
Van nu aan leef ik met je mee
Verdriet kit al mijn krachten samen (mel. Emil Blomberg)
Vieren is je hart verwarmen
Waar ben je? Leef je wel?
Waar ga ik heen?
Waar staat een gedekte tafel?
Waar ter wereld vind ik jou
We spelen de verhalen
Weet jij al wat je worden wil
Wie breekt er ooit de muur af
Wie durft nog te spreken
Wie hoort mijn woorden
Wie in Gods aandacht leeft
Wie kan hier nog buiten spelen
Wie moet zwijgen zal gaan spreken
Wij gaan de demonen uitwerpen
Wij gaan op reis, een lange reis
Wij herders
Wij kruipen uit ons holletje
Wij zullen, jood en Griek
Woestijn wordt vreugdevol groen
Zal er ooit een dag van vrede
Ze liepen, zoals wij soms
Zeg niet hoe wijs je bent
Zie je onze sporen in de nacht
Zijn er vingers die mij wijzen
Zoals een moeder zorgt
Zou jij geen schipper willen zijn?
Zout is zout en zout alleen